Mijn beoordeling van de bachelor ‘Arabische Taal en Cultuur’ (UvA)

Ik in volle glorie voor het NVIC in Egypte!
Ik in volle glorie voor het NVIC in Egypte!

Tijdens het maken van een studiekeuze is het van belang onafhankelijke ‘recensies’ te lezen over die studies waarin je geïnteresseerd bent. Toen ik daarnaar op zoek ging in 2017, kon ik echter alleen lezen over de ervaringen van studenten op de UvA-website zelf (wij van WC-eend…). Dit is dan ook mijn poging dit gat te vullen met een eerlijk, onafhankelijk en kritisch verslag van hoe mijn studietijd is geweest en of ik de studie anderen zou aanraden. Mocht je interesse hebben in mijn motivatie om Arabisch te gaan studeren, stuur me dan een berichtje via Instagram of mijn contactformulier. Laat ik bij voorbaat stellen: de studie krijgt van mij een 7,5, maar met een sterretje*. Hieronder lees je waarom.

Van 2017 tot en met 2020 heb ik de bachelor Arabische Taal en Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam gevolgd. Tijdens deze studie heb ik in mijn tweede jaar een semester in Egypte gestudeerd aan het Nederlands-Vlaams Instituut van Caïro, en in het derde jaar heb ik een minor gevolgd in Conflictstudies. Mijn afstudeerscriptie heb ik geschreven over framing in Arabischtalige media betreffende de moordaanslag op de Iraanse generaal Qassem Soleimani, waarvoor ik uiteindelijk een 7,8 heb gekregen. Ik heb de studie afgerond met een gemiddelde van 8,2. Een mastertitel heb ik nog niet behaald omdat ik een online studie tijdens de coronacrisis niet zag zitten.

De bachelorstudie Arabische Taal en Cultuur is een van de twee richtingen van het overkoepelende Midden-Oostenstudies; de andere richting is Hebreeuwse Taal en Cultuur. De studie duurt drie jaar, of vijf jaar als je deeltijd doet. In het tweede jaar, mits je je propedeuse hebt afgerond, moet je een halfjaar aan het Nederlands-Vlaams Instituut van Caïro (hierna NVIC) studeren. Binnen de studie kun je kiezen tussen de taal- en cultuurrichting. De taalrichting richt zich op Arabische taalvaardigheid, vertalen en literatuur; de cultuurrichting richt zich op de geschiedenis, politiek, cultuur en maatschappelijke ontwikkelingen in het Midden-Oosten. In het derde jaar volg je een minor, die je zelf mag inrichten met vakken uit je studiegebied of een extra-facultair programma, bijvoorbeeld economie, sociologie of geschiedenis.

Voordelen:
Kleinschalig
De studie (en het vakgebied) is kleinschalig. Je leert je klasgenoten en docenten goed kennen en kunt makkelijk bij iemand aankloppen als je extra tijd of hulp nodig hebt. Ook schept het hebben van een niche interesse als Arabisch en het Midden-Oosten een band tussen de studenten onderling; ik heb nog steeds contact met mijn voormalige collega’s. Het komt ook regelmatig voor dat (voormalige) studenten elkaar opzoeken in Egypte. Bovendien is het netwerk van betrokken academici, journalisten en schrijvers klein maar sterk: Joris Luyendijk kwam spontaan langs op het NVIC en ging met wat studenten uiteten, en Thomas Erdbrink zou gaan spreken op een Midden-Oosten congres dat door Leidse en Amsterdamse studenten georganiseerd werd (maar helaas: de coronacrisis). Mijn punt is dat je na je studie relatief makkelijk met gelijkgestemden uit het vakgebied in contact komt, wat qua netwerken een grote plus is.

Arabisch
Op de studie leer je praktisch Arabisch. Veel studies en cursussen leggen de nadruk op Modern Standaard-Arabisch/Fuṣḥa (hierna MSA), omdat dit het ‘echte’ Arabisch is, en de standaardtaal in alle tweeëntwintig Arabische landen. De UvA leert je echter eerst het Egyptisch-Arabisch spreken. Dit is een praktisch dialect omdat het door vrijwel alle Arabieren op z’n minst verstaan en soms zelfs gesproken wordt (en bovendien hilarisch bevonden wordt). Het MSA wordt vanaf het tweede semester in het eerste jaar op academische wijze gedoceerd met een grammaticale en literaire benadering.

Vakken
De vakken worden door gepassioneerde docenten gegeven. Een van de dingen die ik fantastisch vond aan de studie was het feit dat ik iedere dag weer dingen leerde waar ik voorheen nooit over had nagedacht. Dit vereiste veel kritische reflectie en heeft me ruimdenkendheid geleerd. De vakken gaan hoofdzakelijk over geschiedenis, politiek en literatuur. Mijn favoriete vak was ‘Koran (+ bronteksten)’ uit het derde studiejaar; met de (academische, niet theologische!) kennis die ik dáár over de islam (en de paralellen met het christendom en de Bijbel) heb opgedaan, steek ik nog steeds links en rechts moslims de loef af.

Buitenlandsemester
Het buitenlandsemester breng je door in Caïro aan het NVIC, waar je studeert met alle studenten Arabisch van Nederland èn België. Naast de studie doe je ook praktische ervaring op met leven in een ingewikkeld land, bijvoorbeeld via de helletaak van het huren van een appartement in een stad als Caïro (waarover meer in deze blogpost). Er werken zeer gespecialiseerde Egyptische docenten op het NVIC, die verdieping van het Egyptisch-Arabisch en een praktische benadering van het MSA doceren. Als we aan de UvA op het niveau van het NVIC Arabische les hadden gekregen, had ik de studie een 9,5 gegeven.

Het niveau van Egyptisch-Arabisch dat de Amsterdamse studenten spraken was in mijn optiek hoger dan die van de studenten van andere Nederlandse universiteiten die Arabische programma’s aanboden. Vergeleken met de Belgische studenten was het niveau ongeveer gelijk. Leidenaren (als in: van de Leiden Universiteit) waren opvallend goed in MSA schrijven en konden beter kranten lezen omdat zij al een vak in Media-Arabisch hadden gevolgd; ze waren echter minder goed in alledaags, praktisch Arabisch.

Concrete kennis
In een tijd waarin jaarlijks nieuwe, modieuze studies de kop opsteken, waarbij je tegelijkertijd alles en dus eigenlijk niks leert, is een concrete studie een verstandige keuze. Je leert een taal waar bijna geen Westerling zijn vinger durft te branden, doet zeldzame kennis op vanuit interessante wetenschappelijke perspectieven en doet ervaringen op waar de meeste mensen alleen van kunnen dromen. Als je dit effectief kunt kanaliseren (een minor die duidelijke perspectieven biedt voor een mastertitel, goed netwerken en een stage doen), is dit een goede zet voor je carrière en toekomst.

Nadelen:
Arabisch
De studenten wordt een grammaticale en literaire benadering van het MSA geleerd. Dit hoort bij een academische opleiding maar is ongeschikt als je zo snel mogelijk MSA wilt leren praten. Ook krijg je vanaf het derde jaar geen les meer in taalvaardigheid maar volg je in plaats daarvan enkele vakken in het Arabisch. Ik had zelf ook in het derde jaar een wekelijkse les Arabisch willen hebben om mijn taalkennis nog verder te verdiepen, vooral op het gebied van schrijf- en luistervaardigheid.

Kaf van het koren-beleid
Iedereen komt zonder meer de studie binnen, waarna meer dan de helft afvalt. De studie is behoorlijk zwaar en wordt soms (ten onrechte!) onderschat, waardoor je in een mum van tijd meer dan de helft van je klasgenoten kwijt bent. Ik vermoed dat dit bloedbad beleid wordt gevoerd omdat geesteswetenschappelijke studies vrijwel permanent aan studenten- en geldgebrek lijden, maar het is een kortetermijnoplossing. Veel studenten vertrekken namelijk binnen een paar maanden, wat betekent dat het overheidsgeld en de energie die de docenten in afvalligen (ha!) steken, effectief verloren gaat. Ik had dan ook graag gezien dat de studie hogere ingangseisen stelde, onder andere om het volgende punt.

Middenmoot: de zesjescultuur
Mijn harde oordeel luidt dat de werkgroepen Arabisch op het tempo van de zwakste schakel in de klas verliepen. Hoewel de algemene eis was dat je dagelijks je Arabisch bijhield, deed slechts hier en daar een ijverige ziel dit. Voor de studenten die hier geen tijd voor hadden was er eigenlijk geen consequentie. Daarbij was het vrijwel onmogelijk om op verzoek extra werk te doen om goed te worden in de taal. ‘Maar dat kun je toch ook gewoon op eigen initiatief doen?’ vraag je je nu wellicht af, waarop ik dan antwoord: ‘Zeker, maar waar studeer ik dan voor?’ 

Laat ik overigens ere geven wie ere toekomt: in mijn derde jaar werd eenmalig een extra vertaalvak gegeven met een hoge ingangseis.

Keuzes
Je moet òf de literaire òf de cultureel-politieke kant kiezen. Bij de taalrichting verdiep je je Arabische kennis en ligt er minder focus op culturele en politieke kennis. Het omgekeerde is het geval bij de cultuurrichting. Er zijn echter veel studenten die dit allebei willen doen, zoals ik destijds. Nu heb je uiteraard de mogelijkheid om je minor te vullen met cultuurvakken, maar wat nou als je je minor voor vakken wil gebruiken die vereist zijn voor je beoogde master of iets volledig buiten je vakgebied? Het is een keuze geweest van de studie om het lesprogramma zo in te richten. Ik kan dit dan ook niet echt als een nadeel beschouwen want ik wist waar ik aan begon. Achteraf had ik het simpelweg liever anders gezien.

Bias
De UvA is links-georiënteerd. Nu is dat zeker geen zeldzaamheid in Amsterdam, maar het betekent wel dat je moet onthouden dat sommige vakken ideologisch gekleurd zijn. Bij één literatuurvak realiseerde ik me bijvoorbeeld pas achteraf dat we alleen feministische werken hadden gelezen, zonder dat dit beestje bij zijn naam werd genoemd. Ik heb echter nooit een concreet vak gezien in het standaardprogramma over de positie en moeilijkheden van mannen of andersgelovigen (als in: niet-moslims) in het Midden-Oosten. Als je identiteitspolitiek en intersectionaliteit met alle geweld onderdeel van je studie wilt maken, doe het dan goed, luidt mijn kritiek.

Nu zeg jij misschien: ‘Maar wat maakt mij dat uit? Ik ben immers ook links en vind feminisme en anti-racisme heel belangrijk.’ Dat zou ik dan pareren met: ‘Ongeacht je politieke kleur zou het je zorgen moeten baren dat jij (of uw kind) geen objectieve kennis opdoet, maar in plaats daarvan een ideologisch gekleurd narratief krijgt voorgeschoteld zonder dat deze bevooroordeeldheid hardop wordt uitgesproken. (Ik overdrijf hier een beetje maar hopelijk begrijp je mijn punt.) Op die manier heeft de kennis een houdbaarheidsdatum en word je niet gestimuleerd kritisch te denken, wat uiteindelijk afdoet aan de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek dat later door de studenten zal worden gedaan.’ 

Begrijp me niet verkeerd: er was ruimte voor kritische discussie, maar dit gebeurde meestal op initiatief van studenten en mijns inziens niet genoeg vanuit de docentenkring.

Dus:
De studie is een serieuze studie waarbij je veel onderzoek moet doen, veel moet schrijven en diepgaande kennis over het Midden-Oosten opdoet. Het niveau van Arabisch dat je bereikt ligt grotendeels aan jezelf. Breng jij je zomers door in de regio? Houd jij je huiswerk iedere dag bij? Kijk je op Youtube en Netflix dagelijks Arabischtalige programma’s en kanalen? Lees je dagelijks een paar bladzijden Arabisch? Zo ja, dan zul je heel snel, heel goed worden. Het zal echter niemand verbazen dat eigenlijk vrijwel niemand dit deed en dat vind ik jammer, zeker omdat het eigenlijk ook niet van je verwacht werd. Het betekent bovendien dat iemand die zich kapot studeert en heel veel oefent om goed Arabisch te leren, dezelfde diploma krijgt als iemand die de kantjes ervan af loopt en met hakken over de sloot overgaat. 

Doe de studie NIET als je…
– Een (bekeerde) moslim bent die meer over het geloof/Arabisch wil leren. Een koranschool is dan een verstandigere keuze;
– Niet bereid (of door je werk of persoonlijke omstandigheden niet in staat) bent hard te werken en je studietraject strategisch te plannen;
– Enkel Arabisch wilt leren. Volg dan liever een cursus, niet een academische opleiding.

Doe de studie WEL als je…
– Een ijverige student bent die bereid is hard te werken en de stof dagelijks (!) bij te houden. Reflecteer hier eerlijk op: Kun jij dit? Kon je dit op de middelbare school? Stort jij in als je een slecht cijfer haalt of als je een week lessen mist door ziekte?; 
– Weet waarom je Arabisch wilt studeren. Het is helemaal prima als je initiële interesse voortkomt uit je Syrische vriend of je lieve Marokkaanse buurvrouw die jou altijd baklava geeft tijdens het Suikerfeest. Besef echter dat je een diepgaandere motivatie nodig hebt om de studie vol te houden in zware tijden; 
– Een plan hebt voor wat je met en na de studie wilt gaan doen. Denk van tevoren na over een mogelijke master die je wilt gaan volgen (dit in verband met eventuele benodigde minors) en stages die je zullen helpen in je carrière. In Nederland hebben alleen artsen, advocaten en tandartsen een specifieke studie nodig, dus zelfs als je de studie vooral als persoonlijke ontwikkeling beschouwt en er niet per se iets mee wilt gaan doen, wees hier dan alsnog eerlijk over tegen jezelf (en je ouders);
– Goed kritisch kan denken en niet bang bent de discussie aan te gaan, of op z’n minst bereid bent dit te leren. 

Ter afsluiting
Wellicht vind je deze recensie te kritisch en doet het je twijfelen aan je studiekeuze. Weet dat ik zo hard ben omdat ik wil dat je weet waar je aan begint. Deze studie volgen aan de UvA was een van de beste keuzes die ik ooit heb gemaakt: ik heb ontzettend veel gespecialiseerde kennis opgedaan, goed Arabisch geleerd, inspirerende mensen ontmoet en onvergetelijke vriendschappen gesloten. En dat gun ik jou ook. Tegelijkertijd weet ik dat dit deels komt doordat ik heel veel tijd en energie in de studie heb gestoken en ik ook zag dat niet iedereen dezelfde houding had.

Maar dat is natuurlijk ook maar mijn mening, en velen zullen het met me oneens zijn; ons parlement bestaat in haar volledigheid uit beroepsstudenten! Als nerd zou ik je gewoon de tijd- en geldverspilling willen besparen als je nu al twijfelt of je het aan gaat kunnen of niet zeker weet of dit wel echt is wat je wilt.

Veel succes met je studiekeuze. Schroom niet contact met me op te nemen als je nog vragen hebt.